paginakop nieuwsdetail
Gedichten en verhalen
Componence Asset List
De stoel - Sylvia Dreves
Draagvlak
Ik zie je staan.
Vaak niet alleen.
Je armen vragen, “leun maar even.”
Zet ik een stap naar voren om door mijn knieën te gaan,
waardoor ik het gevoel krijg,
achteruit te worden gezet.
Waar jij mee zit, zie ik als een koestering.
Omdat gewicht opstapelt,
valt alles in elkaar.
Ik zetel je woorden.
Er niet mee te zitten.
Als het draagvlak,
nog geen rust vindt.
In de ondersteuning,
van back-up,
laat ik je leunen.
De stoel
Google Maps had mij niet de juiste weg kunnen wijzen, omdat ik op de stoel van de psychiater niet de route herkende. Waarom niet?
Je staat op een rotonde. Oorverdovend, zoevend laat de claxon weten, dat als je geen ruimte bezit, je moet remmen. Juist als je weet wat er komen gaat, is de klap altijd harder dan gedacht.
Zo kan het ook op die stoel zijn. Je voelt je een ingeblikte schroothoop.
De observerende ogen voelen als koplampen, daar lig je weer in het beeld bevroren.
Je kunt het niet uitleggen. Als veiligheid in botsing is gekomen met jezelf, sta je strak en wrijf je over lege plekken, die in je gevoel opzetten.
Door de vele aanrijdingen in mijn hoofd frontaal en totaal over de kop, was ik de weg kwijt;
In de koestering van ingewikkeld,
verbanden zien om te genezen.
Verbonden door verbinden,
in al je littekens.
Mijn gespreksstoel had zoveel zittingen dat ik elke keer mijn houding veranderde.
Ik liet je zitten in stilte. Soms smeet ik je letterlijk door de kamer en soms, heel soms voelde het draagvlak warm. Door te leunen herkende ik mijn stevigheid, door alle lagen heen.
In de separeer vastgelegd aan een Zweedse band rond mijn middel, in te ruilen voor een hechte band met mezelf.
Zo kwam ik in contact met de schrijfster in mij. Ik had mijn eigen verhalen verstopt in de doofpot. Langzaam mocht ik beetje voor beetje de deksel optillen.
Gesprekgroepen waren een soort stoelendans in therapietijd. Meegaan in de strijd om daarna je plek voor een ander af te staan.
Mijn trauma’s noemde ik lekke banden, maar inmiddels heb ik die verwisseld voor Vredestein. Mijn cirkel van de stoel werd een vriendenkring. Samen op de sofa met familie, om eindelijk niet eens onderuit te gaan.
Mijn Belgische gedichtenvriendin, die als een warme omslagdoek mij meenam in haar wereld. Om ook mijn leven applaus te geven.
Mijn allerliefste hondjes;
Als je in de ogen van je viervoeter kijkt,
Is trouw de vacht, die je hart verwarmt.
Nu koester ik mijn werk op de zorgboerderij. Omdat ik…ik mag zijn.
Tuurlijk kijk ik nog dagelijks naar mijn huid, naar de littekens. Maar de rust is de koestering dat ik ze accepteer als genezingswonden.
Ga zitten en zet je voeten stevig op de grond. Leun als praten moeilijk is en praat als leunen stevig voelt.
Ik sluit af met de woorden, dat ik applaus geef; voor elke zin, elk ingestuurd gedicht. Omdat delen, de koestering geeft gehoord en gezien te worden. Omdat alles daarmee begint.
Als je er poten onder zet, sta je stevig!