Bemoeizorg
Bemoeizorg
Lars spijbelde regelmatig
Lars, een 25 jarige jongeman uit Den Haag, heeft al vanaf zijn puberteit problemen. Vanaf de vierde klas begon hij regelmatig te spijbelen, was verbaal agressief en kwam in aanraking met de politie. Zijn ouders probeerden van alles om hun zoon weer op het goede spoor te krijgen. Dit leek korte tijd goed te gaan, maar al snel verviel Lars weer in zijn oude gedrag.
Uit zijn kamer gezet
Op zijn achttiende stopt hij met school. Hij huurt een kamer en pakt allerlei tijdelijke baantjes aan. Zijn geld gaat op aan drank, gokken en drugs, waardoor hij langzamerhand een forse huurachterstand opbouwt en door de huisbaas uit zijn kamer wordt gezet. Hij brengt een nacht op het station door. Lotgenoten vertellen hem over mogelijke opvang bij een pension van het Leger des Heils.
Slapen in het Zuiderpark
Na twee weken moet hij daar alweer weg, omdat hij zich niet aan de regels houdt. Een aantal maanden zwerft hij door de stad en slaapt vaak in het Haagse Zuiderpark. Ralph, medewerker van het TOP-team van Parnassia, heeft via de wijkagent gehoord dat Lars al tijden in het park bivakkeert. Ralph probeert tijdens een van zijn bezoeken aan het park contact te krijgen met Lars. Dit gaat aanvankelijk moeizaam door Lars' enorme wantrouwen en angst. Regelmatig roken ze samen een sigaretje en probeert Ralph een praatje te maken. Na een paar weken lukt het Ralph tot hem door te dringen.
Lars krijgt medicijnen voorgeschreven
Ralph krijgt hem zover dat Lars met een dokter bij Parnassia wil praten. Lars gaat akkoord, als Ralph er maar bij blijft. Na onderzoek komt de arts tot de diagnose dat Lars aan een psychotische stoornis lijdt. De psychiater weet hem te overtuigen medicijnen te gaan nemen. Ook spreekt Ralph met het pension af dat Lars er weer mag komen wonen. De voorwaarden zijn dat hij zijn medicijnen blijft nemen en naar behandelgesprekken bij Parnassia gaat.